08- Atlantiek
Door: Eddy Dunlop
Blijf op de hoogte en volg Eddy
28 December 2007 | Martinique, Le Marin
Zondagmorgen 9 dec 2007 vertrekken we uit Mindelo. Onder Sao Antao kan ik niet langer wachten en zetten we bij 25 Kn wind en flinke golven de nieuwe Parasailor spinaker voor het eerst. Het zeil staat in een keer stabiel en sleurt de boot door het water. De neuzen worden opgetild en de snelheid wordt gemiddeld 9Kn met uitschieters naar 15Kn. (Henk zet later het record in een surf op stuurautomaat op 19.2Kn) Dit houden we een tijd vol tot s’avonds de wind rond draait en wegvalt. Op de genua de nacht in. De volgende dag wordt de spi weer gezet en staat boven het schip zonder ook maar een keer te trimmen de volgende 3 dagen en nachten. Het zeil doet volledig stil en stabiel zijn werk, valt bijna niet in en als dat gebeurd herstelt het zichzelf in stilte. Het is echt een wonderzeil, het doet zijn werk op een manier die ik niet durfde te hopen. We sturen vrij hoog en moeten bij windvlagen van 20-25 knopen de autopilot iets bijsturen, anders valt het zeil te ver in. Na drie dagen en nachten zetten we s’nachts toch maar de genua omdat we lui zijn en geen zin hebben om op te letten. Voortaan wisselen we de twee zeilen af, boven de 25 Kn wind of 7-8Kn snelheid staat over het algemeen de genua omdat dan de golven en het lawaai teveel van onze aandacht vragen. Ondertussen weten we hoe de spi simpel gezet en gestreken kan worden, ook solo. De overtocht is echt een eitje. Altijd wind van achteren van bijna dezelfde sterkte (20-25Kn). Zon, 24 graden. en sfeer kan niet beter, we vinden het nog steeds leuk. Al die dagen niets dan water. Op de helft aangekomen ontmoeten we twee schepen. Verder niets. Wachtlopen heeft dus nauwelijks zin. In krap 13 dagen zijn we met de huik over het grootzeil op de stuurautomaat de Atlantiek overgestoken. (2127Nm in 305 uur, 7Nm/uur gem) Als we s’nacht een plekje zoeken om te ankeren wordt ik aangeroepen door een jachtje dat gelijk met ons binnenloopt. Het zijn Bruce en Ann, ze zijn 23 dagen geleden vertrokken uit Mindelo en hebben veel last gehad van de wind en vooral golven. Ze zijn stomverbaasd mij te zien omdat ze wisten dat wij 8 dagen later zouden vertrekken. Boanerges vond het allemaal maar simpel. En ligt nu in Martinique voor anker. Op de achtergrond klinkt in de nacht Caraibische muziek. We hebben een prachtige, volledig ontspannen en snelle overtocht gehad. Geen schade, alleen zon en mooie wind en maar 1 frontje met regen en windstoten tot 30Kn. En een Orca die nu op zoek is naar een tandarts omdat hij/zij zich vergreep aan de metalen propellor van onze sleepgenerator. Hij/zij heeft nog even in een hoge golf meegesurfd achter Boanerges, overwegend of een schadeclaim indienen zin had.
Vanmorgen zwemmend in water van 26 graden keek ik omhoog en zag Boanerges hoog boven mij. Goed dat ik toch echt rechtsaf gegaan ben in Falmouth, een 40 jaar oude droom is verwezenlijkt, ik ben op eigen kiel de oceaan overgestoken. Ik dank jullie allen dat jullie mij geholpen hebben. En daarbij natuurlijk een goed 2008 toegwenst. Nu de rest van de reis nog. Henk en Ewoud vullen de rest van deze episode.
Oversteken en over wachten
Henk, 15 december 2007
In het dagelijks leven heb ik grote moeite met wachten. Ik fiets liever in weer en wind door Amsterdam dan dat ik met openbaar vervoer ga. Openbaar vervoer is namelijk altijd wachten, wachten bij de halte, wachten tijdens de rit en, op gezette tijden, wachten om een strippenkaart te kunnen kopen. Bij de voorbereidingen voor de oversteek naar de Carieb realiseerde ik me dat ‘niet kunnen wachten’ wel eens een onhandige eigenschap zou kunnen zijn. Immers, zó ontzettend veel is er niet te doen tijdens de naar schatting 320 uur die de oversteek duurt. We zijn inmiddels praktisch halverwege – na ruim 1000 mijl en 145 uur – en ik wil proberen over dit vraagstuk enkele indrukken naar voren te brengen.
Allereerst, er is tijdens de oversteek inderdaad niet zo veel te doen. Eddy heeft de oversteek goed voorbereid en er is veel apparatuur aan boord die ons werk uit handen neemt (stuurautomaat, gps en dergelijke). Daarbij komt dat we in ons eentje wachtlopen, ’s nachts wachten van drie uur, overdag wachten van vier uur. Wachtlopen – wat dus slechts een derde deel van mijn tijd in beslag neemt – kost maar weinig aandacht. Robbie stuurt, de gps voert een foutloze navigatie en uitkijk houden doen we maar drie keer per uur. In dagen zagen we al geen scheepvaart meer. De wind waait tamelijk stabiel uit het noordoosten, tussen 4 en 6 Beaufort, en zeilwisselingen zijn nauwelijks nodig. In zes dagen tijd hebben we vier keer de spinaker gezet (en drie keer gestreken) en voor de genua geldt ongeveer hetzelfde. Er blijft dus een massa tijd over die op besteding wacht. Houden we rekening met acht uur slaap per etmaal, dan blijven er 16 uur over, te vullen naar eigen inzicht, maar NIET met werk, krant lezen, tv kijken, boodschappen doen of andere activiteiten die thuis voor leven in de brouwerij zorgen. Hoe gaat me dat af? Ik rubriceer mijn bezigheden onder drie labels: huishouding, natuurbeleving en lezen.
Thuis ben ik een echte huisman, een Jan Jurk, altijd bezig met verzorging en orde. Die neiging kan ik aan boord helemaal uitspelen. Ik vind het fijn om voor de maaltijden te zorgen en ernaartoe te werken dat deze tot een dagelijks hoogtepunt worden. Ewoud en Eddy doen overigens in dit opzicht nauwelijks voor mij onder, zodat we gevarieerd koken en eten. Er zijn ook de nodige extraatjes, het bakken van broodjes en vandaag het maken van een chocoladetaart, vanwege het feit dat mijn broer Johannes jarig is. Schoonmaken en opruimen behoren eveneens tot de favoriete bezigheden van de huisman. In de afgelopen dagen is Boanerges steeds schoner geworden en ook zelf nemen we bijna dagelijks een douche, op het stuurdek met zondoorstoofd water uit de watermaker. Het is voor mij een genot om mijn eigen hoekje op te ruimen, te zorgen dat mijn bed netjes is opgemaakt en de beide toiletjes eventjes lekker te soppen. Al met al schat ik dat de boothuishouding mij per dag zeker een uur of twee bezighoudt.
Ik geniet enorm van de natuur en de ruimte om ons heen. Thuis in Amsterdam zie ik alleen een horizon als ik het IJ oversteek. Hier zie ik de horizon altijd, 360 graden rond. Golven en wolken zijn nooit hetzelfde. De eerste dagen hadden we een vlakke zee met een lome deining. Inmiddels hebben we ook een pittiger zeegang gehad, met witte schuimkoppen en een deining die boven de horizon uittorent. De sterrenhemel is bijzonder. Nog nooit zag ik zo veel vallende sterren, één keer zelfs met een rokend lichtspoor zo dichtbij. We treffen het hoogtepunt van de Geminiden, weet ik inmiddels. Bijzonder is ook komeet Holmes die aan het eind van de nacht opkomt en een zilveren lichtspoor over het water trekt. De eerste nacht verliep nog maanloos, maar inmiddels beleven we het eerste kwartier. Wat een indrukwekkend licht geeft de maan als het verder helemaal donker is! Vogels zijn er niet veel en ook van zeezoogdieren merken we weinig. Vliegende vissen daarentegen vallen elk uur wel waar te nemen. Soms landt er zelfs eentje op je stoel of vliegt tegen je rug. Kortom, voor wie het zien wil heeft de natuur allerlei bijzonders in petto. Het houdt me dagelijks vele uren op een bijzonder prettige manier bezig.
Lezen vormt een vast onderdeel van ons dagelijkse programma. We lezen zowel overdag als ’s nachts tijdens de wachten. Zelf ben ik geboeid door een boek van Douwe Draaisma, ‘Waarom het leven sneller gaat als je ouder wordt’. Draaisma, hoogleraar psychologie in Groningen, behandelt onder andere het verschil tussen de objectieve tijd en de persoonlijk ervaren tijd. Iedereen heeft wel de ervaring dat de tijd soms snel, soms langzaam gaat. Dit onderwerp is natuurlijk erg van toepassing op hoe wij deze oversteek beleven. Tijdens de nachtwachten lijkt de tijd veel langzamer te gaan dan in dagwachten. Maar het onderwerp is op een bijzondere manier ook nog van toepassing op Eddy. Naarmate mensen ouder worden, doen ze minder vaak nieuwe of verrassende ervaringen op. Ze hebben ‘het eigenlijk allemaal al wel eens gezien of meegemaakt’. Die houding draagt er mede aan bij dat – terugkijkend – het leven steeds sneller lijkt te verlopen. Er gebeurt weinig meer dat het geheugen houvast biedt en de tijd tussen de spaarzame evenementen die zich dan toch nog aandienen, lijkt korter dan hij objectief gezien is. ‘En dan opeens ben je zestig’, hoor ik inmiddels in kringen om mij heen. Draaisma heeft een probaat middel tegen deze snelle veroudering: ‘Als u het perspectief van de tijd wilt verlengen, vul het dan, als u de kans hebt, met duizend nieuwe dingen. Onderneem een enerverende reis, verjong uzelf door de wereld om u heen te vernieuwen’ (p. 245). En dat is precies wat Eddy besloten heeft te gaan doen. Als Draaisma gelijk heeft, gaat voor Eddy de tijd – en dus het leven – juist langzamer door zijn avontuurlijke reis.
Als de vakantie voorbijvliegt, is dat meestal een goed teken. Je hebt veel gedaan, veel beleefd en meestal ook veel plezier gehad. Deze oversteek vliegt daarentegen helemaal niet voorbij. De dagen rijgen zich aaneen en lijken erg op elkaar. Alleen door in het logboek trouw te noteren welke dag het is, blijven we bij de tijd. Deze vakantie voelt dus als lang, bijna als het tegendeel van een overvolle vakantie die voorbij is voordat je het weet. Ik begin geloof ik te leren dat een lange en lege vakantie óók heel erg de moeite waard kan zijn. Is dat misschien wat men met onthaasting bedoelt?
Oud en nieuw
Ewoud, 17 december 2007
De Chinezen maakten deze oversteek in 1421 bij hun ontdekking van Amerika. Columbus deed het nog eens over in 1492 als het begin van de exploratie van het nieuwe land. Velen hebben nadien de oversteek van de oude naar de nieuwe wereld gemaakt: Sommigen uit avontuur, anderen uit winstbejag en velen omdat zij niets te kiezen hadden, zoals geronselde bemanningsleden en geketende slaven. Vanaf de tweede helft van de vorige eeuw is de Atlantische oversteek in toenemende mate een onderneming voor zeilers – voor een rondje Atlantiek van een jaar of als het begin van een reis om de wereld. Nu zijn wij aan de beurt: Henk en ik om Eddy een goed eind op weg te helpen met het verwezenlijken van zijn jongensdroom en Eddy om te beginnen met een nieuw leven.
De oversteek: twee weken op de Boanerges, de door Toby Richardson gebouwde catamaran die voor de tweede keer begint aan een rondje om de wereld. Hoe leuk is dat nou eigenlijk zo’n oversteek? Is het na een paar dagen niet steeds van hetzelfde, elke dag opnieuw? Hoe avontuurlijk is het? Is het iets om zelf een keer te doen?
Op donderdagnacht na een lange vlucht uit Amsterdam begon voor mij de reis op de Boanerges enigzins aangeschoten door de ‘Ponch’ op het vliegveld van Sal aangeboden door de karakteristiek gastvrije, al 40 jaar in Nederland wonende Kaap Verdiaan Armando. Om half drie in de nacht in een verlaten haven op een wiebelende steiger van de marina wachtend op Eddy die met zijn bijboot op het strandje voor club Nautico stond te wachten, voelde het begin in ieder geval al erg avontuurlijk.
De oversteek zelf is, zo op tweederde en na negen dagen voor mij vooral een combinatie van oud en nieuw. Met Henk en Eddy voor langere tijd op een boot is niets nieuws, dat hebben we de afgelopen jaren al vaker gedaan. Alledrie zijn we ervaren zeilers op multihulls, dus dat maakt het zeilen met de Boannerges ook niet echt nieuw – wel geeft die ervaring veel rust: over het zeilen – en over zeeziekte – hoeven we ons geen zorgen te maken. Dat we alledrie voldoende eigenzinig zijn om het een tijdje met elkaar uit te houden weten we ook.
Maar er is ook veel nieuws:
Het weer. De passaatwind blijkt toch telkens weer heel anders te zijn dan het weer meer naar het noorden. Steeds als we denken dat we door hebben wat we kunnen verwachten – aan regen, aan wolken met meer wind, aan weersveranderingen – blijkt het toch niet te kloppen. Gelukkig is de windrichting wel onveranderlijk stabiel: van noordoost in de eerste helft naar steeds oostelijker. Uitzonderlijk en prettig nieuw is dat het midden in de nacht gewoon 25 graden is: ook s’nachts in korte broek – en dat in half december!
Nieuwe materialen. De parasailor, een nieuw type spinnaker blijkt prachtig stabiel te staan en windvlagen mooi op te vangen – maar heeft wel wat geexperimenteer en advies via de e-mail nodig om te hijsen en te strijken. De Sea Me radar detector geeft rust over het vroegtijdig (op 30 mijl) ontdekken van boten – met radar. Een van de twee vrachtschepen die we halverwege zagen bleek echter geen signaal te geven; geen radarwacht? Toch nog maar wat regelmatiger opletten. De watermaker om uit zout water zoet water te maken gunt ons onbezorgd regelmatig douchen. De zonnepanelen + de sleepgenerator zorgen voor een overvloed aan stroom – de computers moeten soms aan om de accu’s te beschermen tegen overladen.
Eten. Op de Canarische eilanden heeft Eddy met Beatrijs en Hans veel proviand ingeslagen voor de overtocht. Met Yvonne en Robert is dat in Mindelo verder aangevuld. Om niet helemaal afhankelijk te zijn van ingeblikt eten halen Henk en ik van de markt in Mindelo – via een chloorbadje tegen ongedierte - allerlei bekende en onbekende verse waren aan boord. Het eten aan boord blijkt net als op andere reizen met AH proviandering steeds weer een smakelijke culinaire verrassing – vooral uit de handen van Henk. Steevast vers fruit bij het ontbijt. Verrassende lunches, borrelhapjes bij de dagelijkse borrel om 5 uur, smakelijke diners en toetjes. Van afzien is dus geen sprake.
Het toeval. Na het vertrek uit Mindelo zien we na de eerste twee dagen helemaal geen boten meer. Vrijwel op de helft van de afstand zien we vrijwel gelijktijdig aan de horizon twee vrachtschepen. Noordelijk een tegenligger en zuidelijk een oploper. Hoe klein is de kans op zo’n gebeurtenis? Ik zou er bijna door in de loterij gaan spelen.
Boeken. Wellicht een van de prettigste kanten van de oversteek is de tijd om ongestoord boeken te lezen – zonder in het achterhoofd dwingende onderzoeksplannen, problemen en rapporten. Na ‘Het leven van Pi’ van Yanna Martel als voorbereiding op het afzien aan boord geven ‘Leve de psychologie’ van Vittorio Busato over honderd jaar psychologische wetenschap aan onze (Henk en mij) UvA van en ‘Het land van Aankomst’ van Paul Scheffer veel stof tot reflectie en gesprek. Vooral de geschiedenis van onze psychologie aan deUvA maakt duidelijk hoeveel er is veranderd – en voor mij vooral hoe nauw wij betrokken waren bij en beinvloed zijn door belangrijke Amsterdamse ontwikkelingen en belangrijke grondleggers, zoals De Groot en Duijker. Vooral Adriaan de Groot heeft een onmiskenbare invloed gehad op onze benadering van kennisontwikkeling. Dat maakt ook wel wat sceptisch over nieuwe ontwikkelingen en ‘ismen’ – althans bij mij - en vooral over het beheer van wat resteert van zijn onderzoeksinstituut. Kortom veel tijd en prikkels om op afstand terug te blikken.
En dat is maar een greep uit de ervaringen. Hiernaast zijn er nog: de dagelijkse en vaak spectaculaire zonsopkomsten en zonsondergangen, de vliegende vissen, de onuitputtelijke bewegingen van de golven, de onbegrensde ruimte om ons heen, de tijdelijke afwezigheid van alle kleinheden van menselijke verhoudingen – maar natuurlijk ook het missen van een aantal specifieke mensen om deze ervaringen ook mee te delen.
De oversteek is dus alleminst saai en de constatering op dinsdag dat we mogelijk al op vrijdag in plaats van op zaterdag aankomen, geeft bij ons alledrie wat gemengde gevoelens. En zeker ook iets van wat jammer dat het dan al is afgelopen. Dus: is zo’n oversteek de moeite waard? Zonder meer! Zal ik het nog een keer doen? Met weer de juiste mensen en weer de juiste boot, met alle plezier.
-
28 December 2007 - 21:26
Gertjan & Marieke:
wel met heel veel plezier jullie verslagen gelezen. De nachten lijken mij (Gertjan) het allermooiste, maar de zon en de golven en de aankomst en het eten..
alles klinkt erg aantrekkelijk. Met de wind in de rug hadden jullie ook wel mazzel denk ik? Het schip doet het zo te lezen prima en de foto's zijn toppie.
-
30 December 2007 - 14:09
Dik:
mooie verslagen lijkt mij kei mooi goed en nieuw
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley